In mijn vorige column vertelde ik over hoe ik opgelicht was bij het kopen van kaartjes voor mijn dochter voor een festival. Stom van mij, maar ik vond vooral die oplichters ook heel stom. Je zal er je geld maar mee moeten verdienen. Het is toch allemaal goed gekomen, want we hebben alsnog kaarten kunnen kopen. Dus: nog even over dat festival.
Dat bewuste festival was natuurlijk Concert at Sea. Het is in onze regio een van de grootste evenementen die er georganiseerd worden. Werkelijk onvoorstelbaar hoe veel mensen er passen op een plek die je op een koude winterdag soms helemaal voor jezelf hebt. Ik ga er zelf niet ieder jaar naartoe, omdat ik altijd weer bedenk dat ik het te massaal vind. Het is me doorgaans ook niet om de artiesten te doen, want ik vertik het om als een sardientje in blik voor een podium te gaan staan. Dus vind je me meestal dansend in een bar of de silent disco.
Het is ook alleen al mooi om op de dijk te staan en een beetje mensen te kijken. Groepjes mannen in matchende T-shirts met die gekke geel met oranje hoedjes op hun hoofd. Meisjes in korte jumpsuits op cowboylaarzen (hoe houd je dat vol?). Stelletjes die innig gearmd op een kleedje een drankje en een peperdure tosti delen. Eigenlijk is het in grote lijnen ieder jaar hetzelfde. Dus als ik helemaal verwaaid, blut en met zere voeten huiswaarts ga, besluit ik altijd weer dat ik niet meer ga. Vervolgens vergeet ik dat geleidelijk aan en ga ik toch weer een keertje. Zoals afgelopen weekend.
Wel met het verschil dat mijn dochter van vijftien daar nu dus ook rondliep. Sta ik met een rosétje in de hand luidkeels mee te zingen met Wham en Michael Jakcson, duikt ze prompt voor mijn neus op. ,,Mam, ik heb nog geen muntjes gekocht, want je moet er gelijk vijf kopen en die maak ik niet allemaal op, maar ik heb wel dorst.” Let wel, de afspraak was dat ik haar kaartje betaalde en dat ze zelf eten en drinken zou bekostigen. En een kluisje. En eventuele merchandise. Maar ze kwam er dus al snel achter dat zo’n festival een behoorlijke aderlating kan zijn. (En ze mocht haar manicuresetje ook al niet mee naar binnen nemen in haar tas, nou ja!)
We vermaakten ons op zich prima, later op de avond raakten we het toch zat. Zij en haar vriendinnen kregen het wat fris in die ultra korte broek en ik als veertiger begon last te krijgen van de decibellen bij Kris Kross Amsterdam. Van de laatste twee muntjes kochten we al lopend richting de uitgang een grote puntzak churros. Vervolgens liepen we naar de auto die we redelijk dichtbij hadden kunnen parkeren. Thuis nog even een glas cola en een warme douche. Ze was weer een ervaring rijker. Ik snap nu overigens waarom Concert at Sea bekend staat als een festival voor jong en oud. Zonder oud kan jong er niet komen én het niet betalen. Ik heb zo’n vermoeden dat ik volgend jaar weer moet.