Internet is een primaire levensbehoefte geworden. En als je zonder komt te zitten, dan is dat absoluut een noodgeval van de eerste categorie. Het is maar goed dat je daar geen 112 voor mag bellen. Maar je zou wel willen dat er iemand met zwaailichten en sirenes binnen tien minuten op je stoep stond om het te fiksen. In de praktijk gaat het niet zo snel. En met een beetje pech komen er zelfs mannetjes die in je tuin willen graven.
Een paar weken geleden stond er op een ochtend een werkmannetje voor mijn tuin. Met zo’n fluorescerend hesje aan en al. Hij liep wat heen en weer, van mijn oprit naar de hoek van de straat en terug. Keek eens om het hoekje mijn tuin in bij het openstaande tuinhek. Ik besloot hem te vragen wat er loos was. ,,De buren hebben geen internet, waarschijnlijk door een kabelbreuk,” was zijn antwoord. De buren waren in dit geval de eigenaren van het restaurant naast me, met wie ik niet bepaald een warme band heb. “Goh, vervelend… en nu?” Ik voelde de bui al een beetje hangen.
Hij hield een meetapparaat boven de weg en in mijn tuin. ,,Ja, die kabel loopt hier onder de straat en zo te zien ook door uw tuin. Dat betekent dat we hier zouden moeten graven om het te repareren. Maar dan hebben we wel uw toestemming nodig.” Ik wikte en ik woog, want ik wil altijd aardig zijn. Alleen had ik er weinig trek in dat ze de schop zouden zetten onder mijn zorgvuldig onderhouden hortensia’s. Ik vertelde de beste man dat ik dat niet zag zitten en ze maar een andere oplossing moesten bedenken. Hij begreep het. ,,Mevrouw, ik zou hetzelfde gezegd hebben als het mijn tuin was.”
Maar de volgende dag was de man er weer en hij had nu een ander mannetje bij zich. Zonder meetapparaat, maar met een graafmachientje achter zijn wagen. Ze zetten wat pylonnen (ja, je zegt pionnen, maar je schrijft het zo) neer en het eerste mannetje belde aan. ,,We willen graag in uw tuin graven om de kabel te kunnen repareren. Anders moeten we de straat open breken en een soort omleiding maken.” Ik had een beetje met hem te doen, want hij wist en begreep mijn standpunt, maar zijn collega was minder begripvol en had hem duidelijk opgedragen mij over te halen.
Ergens in mij ontwaakte mijn Rotterdamse super assertieve zelf: ,,Dan maakt u die omleiding en kost het maar wat extra tijd. Jammer dan. Mijn tuin blijft zoals die is,” riep ik naar de man met de graafmachine. Waren ze nou helemaal gek geworden, die mannetjes gingen mooi niet in mijn tuin graven. De graafmachineman was duidelijk not amused. Het was een warme zomerdag en hij had blijkbaar gehoopt hier met een uurtje weer weg te zijn. Drie uur later was de straat weer dicht en hadden de buren internet. Mijn hortensia’s stonden vrolijk te shinen in de zon.